Lotte van Duivenboden studeerde in juni 2015 af aan de academische pabo. Ze besloot niet direct full time te gaan werken, maar een master te gaan volgen. Doordat er toen een regeling was voor een tegemoetkoming in haar studiekosten, kon ze haar kennis verbreden met de master onderwijskunde.
‘Voor de klas staan vind ik heel erg leuk, maar tijdens de pabo merkte ik al dat ik ook heel veel andere dingen interessant vond,’ vertelt Lotte. ‘Ik heb in de opleidingscommissie van de pabo gezeten en ondervond dat ik ook iets met die kant van het onderwijs wilde. Daarom besloot ik direct na de pabo door te studeren. Ik wilde mijn kennis graag verbreden. Nu heb ik nog de ruimte, de tijd en de motivatie.’
Ik wil graag weten waarom ik dingen doe.
‘Ik vind het leuk om niet alleen praktisch, maar ook theoretisch uitgedaagd te worden,’ vervolgt Lotte haar verhaal. ‘Ik wil graag weten waarom ik dingen doe. Op de pabo leerde ik wat ik in welke situatie precies kon doen. Nu borduur ik voort op de theorie die ik leerde op de pabo en leer nu ook hoe ik aan die theoretische kennis kan komen door onderzoek te doen.’
Onderwijskunde
Lotte koos master onderwijskunde omdat ze zo haar kennis kon verbreden. ‘Onderwijskunde is een studie die gaat over onderwijs in de hele breedte. Het gaat bijvoorbeeld over leren, toetsing, verschillende leeftijdsfasen en ICT in het onderwijs. Maar het kan ook gaan over leren in bedrijven en organisaties. Dat is weer een heel andere invalshoek. Mijn interesse ligt toch wel echt bij het leren in een onderwijscontext.’
Voor haar master voert Lotte een onderzoek uit naar een manier om les te geven: productief falen. ‘Nu vertelt de leerkracht iets en de leerlingen gaan daarna aan de slag. Bij de manier die ik onderzoek draai je het om: leerlingen moeten eerst uitproberen. Er is dan een grote kans dat ze falen. Vervolgens haak je daarop in met de instructie. Zo zou het leerrendement hoger kunnen worden. Dit ga ik onderzoeken door kinderen te leren programmeren met lego.’
Extra stage
Lotte voert dus een onderzoek uit, werkt een dag per week en loopt ook nog stage. ‘Ik loop mee bij een hogeschool en vind het erg leuk om daar te leren en te zien hoe het proces daar gaat.’ Ze ontwikkelt bij de hogeschool een module onderwijskunde voor eerstejaars pabo studenten. Dit vak zal ze ook gaan doceren. ‘In de toekomst zou ik het ook wel heel erg leuk vinden om in het hoger onderwijs les te geven. Maar dat zou ik later pas willen. Eerst wil ik genoeg werkervaring heb opgedaan.’
Ik vind het leuk echt iets kunnen betekenen voor scholen.
‘Mijn interesse is vrij breed. Ik kan me goed voorstellen dat ik, naast dat ik voor de klas zou staan, ook in een andere functie terecht zou komen.’ Dit is ook een van de redenen waarom Lotte voor onderwijskunde koos. ‘Wat ik het allerliefst zou willen is parttime voor de klas staan en parttime iets onderwijskundigs doen in het lager onderwijs. Ik vind het leuk om bij scholen over de vloer te komen en echt iets te kunnen betekenen voor ze.’
Tegemoetkoming
Lotte maakte gebruik van de tegemoetkoming studiekosten onderwijsmasters (TSO) om haar master te volgen (een regeling die nu niet meer bestaat). ‘Mijn opa kwam met een krantenknipsel aan,’ vertelt ze. ‘Ik heb contact opgenomen met de stichting waar ik vorig jaar stage liep om te vragen of ze me konden helpen met het leercontract. Dat wilden ze wel aangezien ik het onderzoek bij heb uit zal voeren. Zo krijgen zij weer een stukje extra kennis. Alles wat ik heb geleerd uit mijn onderzoek zal ik terugkoppelen. Ik maak er iets praktisch van zodat zij er ook iets mee kunnen.’
‘De tegemoetkoming geeft mij de rust dat ik me geen zorgen hoef te maken over kosten die de master met zich meebrengt,’ vertelt Lotte. Hierdoor kan ze nu stage lopen, naar colleges, haar onderzoek doen én nog een dag per week als invaller werken. ‘Ik vind het ontzettend fijn dat ik me toch op deze manier kan verdiepen, verbreden en uiteindelijk iets kan betekenen voor het onderwijs door de theoretische achtergrond.’